Blog: Hoe zou het nu met dat meisje zijn?

Gepubliceerd door Angelo Hessel op

‘Ik kijk haar aan en zie een mooi kindje met zwarte krullen en donkere ogen. Ogen waarin de pijn staat te lezen. Ze begint weer harder te huilen en stampvoet met haar kleine voetjes in de metalen spoelbak.’

‘Een brand in een woning. De meldkamer stuurt twee eenheden, maar uit ervaring weet ik dat veel collega’s ook naar het bewuste perceel zullen rijden’. Cees Sjouwerman vertelt hoe hij destijds werd opgeroepen voor een heftige woningbrand  in een van de oudere buurten van Amsterdam.
‘Er komen dikke rookwolken en een vuurzee uit een woning op de derde etage. Voor het pand is het één en al chaos. Gejaagde brandweermensen die hun apparatuur in stelling brengen, politiemensen die de straat afzetten voor de brandweer en publiek dat als altijd in de weg loopt.
Ineens staat de jonge agente Astrid naast onze auto. Ze werkt op een ander bureau in ons district en is nog niet zo lang in dienst. Haar ogen staan wijd open en ze ziet er een beetje machteloos uit. Op haar arm draagt ze een meisje van een jaar of twee. Ze huilt en niet zo’n beetje ook, ze krijst. Haar ogen vol tranen. Ineens zie ik de reden. Haar blote beentjes zijn hevig verbrand. Zo erg, dat haar huid vuurrood ziet en de vellen er letterlijk bij hangen. Ik roep de meldkamer: ‘HB Spoed! Graag GGD voor een verbrand kind!’ De mobilofonist reageert direct: ‘GGD rijdt!’.
Spoelbak
Eenmaal uit de auto valt me direct de enorme hitte op die uit het brandende pand komt. Als daar nog mensen binnen zijn, zijn ze volkomen kansloos. Veel tijd om daarbij stil te staan heb ik niet. Er moet gehandeld worden. Ik neem het meisje van Astrid over en stap de eerste de beste kroeg in. ‘Waar is je spoelbak?’ roep ik tegen de kroegbaas. Hij wijst me de plek en zonder iets te vragen gooi ik het bestek in de spoelbak opzij en begin heel voorzichtig de beentjes van het meisje met water te koelen.
Het meisje wordt iets rustiger en we proberen haar een beetje te troosten. Ze wijst met haar kleine vingertjes steeds naar die beentjes. Die zien er nog vreselijk uit, maar zijn door het koelen niet meer zo vurig en voelen zelfs een beetje koud aan. Ze begint weer harder te huilen en stampvoet met haar kleine voetjes in de metalen spoelbak.
Ik bedenk wat een pijn het meisje moet hebben en denk gelijk aan mijn eigen zoontje. Op dat moment vier jaar, niet veel ouder dan het meisje. Op zulke momenten breekt je vaderhart. Hoewel het waarschijnlijk slechts enkele minuten zijn, lijkt het eeuwen te duren voor de GGD komt. Zodra ze er zijn, nemen ze het meisje van Astrid en mij over. Nu kunnen wij ons weer richten op buiten.
Drama
Twee mensen van midden dertig zitten op straat tegen de gevel. Duidelijk slachtoffers van de brand. Een brandweerman zit op zijn knieën voor hen en koelt de vrouw, die over haar hele lijf brandwonden heeft, voorzichtig met water uit een brandslang. Ik neem het even van hem over. De man en vrouw zijn hevig in tranen. Ze blijken de ouders van het bewuste meisje. Ik kan hen enigszins geruststellen.
Ik wijs hen op de ambulance waar de broeders bezig zijn het meisje te verplegen en klaar te maken voor transport. ‘My baby, my baby’, huilt de vrouw. Uit haar verhaal maak ik op dat er nog een baby in de woning is. Ook dat nog! Ik kan op dit moment niets anders doen dan de ouders veel sterkte toewensen en hen naar de ambulance begeleiden waar hun dochter is.
De brand komt langzaam maar zeker onder controle en het wordt tijd om de personele inzet af te bouwen. Op het bureau tref ik Astrid en een collega. Hij is in tranen. De baby, het broertje of zusje van het meisje, is levend verbrand. En hij kon er ondanks verwoede pogingen, vanwege de hitte niet op tijd bijkomen. De twee rechercheurs die de brand onderzoeken ken ik nog uit een eerdere periode bij de politie. Ik tref twee stille mannen aan, heel stil. Tijdens het onderzoek vonden ze in een volledig uitgebrand wiegje het verkoolde lichaampje van een baby. Soms is politiewerk gewoon niet leuk. Wat een drama.
Ruim twintig jaar later
Ik kom aan op mijn werkplek aan bij de Politieacademie. Eerst koffie. Ik zie een vrouw weglopen bij de koffieautomaat. Vaag komt ze mij bekend voor. ‘Ben jij het, Astrid?’, vraag ik haar. Ons gesprek komt al snel op de brand in de Amsterdamse bovenwoning. Nog steeds vragen we ons af: hoe zou het nu met dat meisje zijn?’

21 september 2017 – Cees Sjouwerman

https://www.politie.nl/blogs/00-korpsmedia/blog-hoe-zou-het-nu-met-dat-meisje-zijn.html?sid=37b5c5d6-0354-4e08-a93d-b65d5c3f089b

Categorieën: Geen categorie